Het statusdocument bio-energie van AgentschapNL is ook dit jaar weer beschikbaar in een geheel vernieuwde versie. De versie over 2010 is bedoeld om de huidige status van bio-energie in Nederland weer te geven en om de trends en verwachtingen voor de toekomst uiteen te zetten. Het document bevat zowel nuttige informatie voor overheden als marktpartijen. Zo valt er onder meer te lezen dat in 2010 75% van de duurzame energie afkomstig was uit bio-energie. Hieronder is het statusdocument bio-energie 2010 te downloaden.

pdfStatusdocument bio-energie 2010 AgentschapNL

Samenvatting statustdocument bio-energie 2010

Inleiding

Het statusdocument bio-energie 2010 geeft de huidige status weer van bio-energie in Nederland, inclusief trends en erwachtingen voor de toekomst. Het doel van dit document is inzicht verstrekken aan overheden en marktpartijen in de ontwikkelingen van bio-energie.

Doelstellingen en realisatie

De kabinetsdoelstellingen voor hernieuwbare energie zijn conform de doelstellingen uit de richtlijn voor hernieuwbare energie (2009/28/EG), die is vastgesteld door de EC. Een algemene doelstelling uit de richtlijn voor hernieuwbare energie is dat 14 procent van het nationale bruto finaal eindgebruik in 2020 afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Het door Nederland ingediende actieplan voor hernieuwbare energie verwacht dat 14 procent overeen komt met ongeveer 300 PJ hernieuwbare energie in 2020. De schatting is dat in 2010 ongeveer 91 PJ aan hernieuwbare energie is geproduceerd.

De doelstelling uit de richtlijn voor hernieuwbare energie voor transport is dat minimaal 10 procent van de energie in de transportsector in 2020 afkomstig is uit hernieuwbare bronnen. De schatting is dat in 2010 4 procent van de gebruikte energie afkomstig was uit hernieuwbare brandstoffen. Hernieuwbare energie, waaronder ook energie uit biomassa is in dit document weergegeven als bruto finaal eindgebruik en daarmee in lijn met internationale statistieken en overheidsmonitoring.

Ongeveer driekwart van de geproduceerde hernieuwbare energie in 2010 is afkomstig van biomassa. De overige hernieuwbare energie komt bijvoorbeeld uit waterkracht, wind- en zonne-energie. Hernieuwbare energie uit biomassa is voor een groot deel afkomstig van afvalverbrandingsinstallaties, meestook in energiecentrales, gebruik van houtkachels en het gebruik van biobrandstoffen in de transportsector.

Bio-energie per conversietechniek

Afvalverbrandingsinstallaties
Vanwege een dreigende overcapaciteit is eind 2009 tussen de afvalsector en de overheid een convenant ondertekend. Daarin is afgesproken geen nieuwe initiatieven te ondernemen voor uitbreiding van de verbrandingscapaciteit. De geschatte hernieuwbare elektriciteitsproductie is gestegen naar 6,29 PJ finaal eindverbruik (1.748 GWh) in 2010, de hernieuwbare warmte productie is 4,80 PJ.

Bij- en meestook in elektriciteitscentrales
De elektriciteitsproductie door het meestoken van biomassa is in 2010 licht gestegen naar 11,91 PJ (3.309 GWh). Door het aflopen van de subsidies van de regeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie (MEP) zal de door MEP gesubsidieerde productie in stappen teruglopen tot nul in 2015. Energiebedrijven geven aan dat bij het wegvallen van de MEP subsidie mogelijk de bij-en meestook niet wordt voortgezet als er geen aanvullend beleid wordt vastgesteld.

Houtkachels
Houtkachels bij particulieren worden de laatste jaren meer ingezet voor de productie van duurzame warmte dan als sfeerelement. De verwachting is dat het houtgebruik in particuliere houtkachels de komende jaren stabiel blijft. De laatste jaren loopt het aantal nieuw geplaatste kachels bij bedrijven terug.

Vergisting
In afgelopen jaren zijn (co-) vergistingsinstallaties bij waterzuivering / landbouw / GFT afval of de VGI sterk in opkomst. In 2010 is een gezamenlijke capaciteit van ongeveer 13 MWe in bedrijf genomen, daarbij is ook co-productie van warmte. Vooral het aantal mestvergisters, waarin naast mest ook co-producten worden vergist, is duidelijk toegenomen.

Groen gas
Een recente ontwikkeling is de productie van groen gas waarbij (ruw) biogas, afkomstig van de vergisting van biomassa, wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit, en wordt ingevoed in het aardgasnet. In 2010 zijn 4 projecten gerealiseerd met een gezamenlijke capaciteit van 16 Miljoen Nm3/jaar. Groen gas wordt (fysiek of administratief ) ingezet voor de productie van elektriciteit, warmte of transportbrandstof.

Thermische conversie
Naast de afvalverbrandingsinstallaties en de bij- en meestook in elektriciteitscentrales zijn er nog enkele grote installaties (> 10MWe) in gebruik in Nederland waarmee duurzame elektriciteit en/of warmte wordt geproduceerd. Deze installaties draaien op kippenmest, houtsnippers, snoei- en afvalhout of andere biomassa. In 2010 zijn geen nieuwe productie-installaties in bedrijf genomen.

Transport
Door het besluit biobrandstoffen is de consumptie van bio-ethanol, bio-ETBE en biodiesel sterk gestegen na 2007. In 2010 bepaalden de verplichte aandelen hernieuwbare energie in brandstof (minimaal 4 procent hernieuwbare brandstoffen in 2010) de ontwikkeling van de Nederlandse brandstofmarkt.