8 april 2024
Henk Klein Teeselink

Buurtvergisting met digestaatopwerking

Hoofdopties voor mestvergisting zijn:

Buurtvergisters worden rendabel vanaf een schaal van 15.000 ton input, ofwel mest van zo’n 450 koeien inclusief wat stalstro. Een (wat) grotere schaal heeft duurzaamheids- en financiële voordelen. Mest van hoog productieve koeien en vaste mest zijn de meest geschikte soorten voor vergisting.

De gewenste schaal hangt af van:

1. De vergoeding.

a)  De huidige SDE per m3 groengas is afhankelijk van de groengas productie per jaar:

    • Voor installaties boven 360.000 m3/jaar: 10 ct/kwh (1 euro/m3 groen gas).
    • Voor installaties onder 360.000 m3/jaar: 15 ct/kwh.
      Een volwassen koe produceert 600 m3 groen gas/jaar. Met 600 koeien dus ongeveer 360.000 m3 groen gas/jaar. Inclusief gas uit stalstro is de grens ongeveer 450 melkvee, ofwel 13.500 ton drijfmest/jaar + het stalstro.

b)  De bijmengverplichting. Deze gaat in op 1 januari 2027. Deze regeling is financieel gunstiger dan de SDE.

2. De vergunningverlening

    • Bij een input van minder dan 25.000 ton geldt de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) en een Melding in het kader van het Activiteitenbesluit
    • Bij een input van meer dan 25.000 ton moet een Omgevings-vergunning worden verkregen.

3. De investering

    • In geld: Bij een verdubbeling van de capaciteit stijgen de investeringen slechts met 50% (vuistregel).
    • In moeite: Je hebt maar één vergunning nodig.

4. Extra functies

Er is extra schaalvoordeel als uit wordt gegaan van investeringen in een installatie met extra functies, zoals een stikstof stripper en CO2 afvang en vervloeiing. Gezien het landbouw- en klimaatbeleid zal dit in de toekomst steeds aantrekkelijker worden. Of zelfs noodzakelijk.

Digestaat opwerking en stikstof stripping is mogelijk bij installaties met minder dan 25.000 ton input. Vooral als de ammoniak beperking extra waarde heeft en omdat gestripte stikstof een effectievere en meer duurzame meststof is dan kunstmest. Bij een grotere schaal dan 25.000 ton verdient zich dit nog eerder terug.

CO2 vervloeiing wordt realistischer als de bijmengverplichting ingaat bij een schaal van 400 m3 biogas/uur. Dit komt door de hogere CI score, waardoor men meer per m3 groen gas krijgt als CO2 wordt afgevangen. Bij mest input van 3.200 melkvee kom je aan die hoeveelheid. Als je ook stalstro kunt meenemen, heb je minder koeien nodig. Bij 400 m3 biogas heb je 256 m3 bio methaan en 144 m3 CO2 (=ongeveer 300 kg CO2). Echter een grotere CO2 vervloeiier is maar weinig duurder, dus economischer.
Mogelijk worden kleinere vergisters meer rendabel door ontwikkelingen t.a.v. vergisten van aangezuurde mest. Bij een grotere schaal beter mogelijk om de mest te hygiëniseren, waardoor het makkelijker kan worden afgezet en ook geschikter is voor export.

Voorbeeld

Bij de buurtvergister van Frank van Genugten zijn bijna al deze technieken aanwezig. Hier wordt mest opgehaald van een twintigtal verschillende boeren met allerlei stal en opslagtypen. Hij vult deze mest aan met co-producten. Een belangrijk element in het succes is de samenwerking tussen vergister en veehouders om te zorgen voor een zo goed mogelijke mestkwaliteit. De deelnemende veehouders ontvangen een dunne fractie retour met lage gehaltes én ammoniumsulfaat uit de stripper dat ingezet kan worden in de kunstmest ruimte. De dikke fractie wordt voornamelijk afgezet naar het buitenland.

Presentatie van Sietse Draaijer van Referm over buurtvergisters op de Rabobank-BEON-bijeenkomst van 8 april 2024.

In de presentatie wordt ingegaan op:

  • de doelstelling van Referm
  • het effect van stalvloeren
  • de opbrengst van mono-mestvergisting
  • het belang van stikstofstrippen
  • de voordelen van een buurtvergister

Zie ook:
Buurtvergister Frank van Genugten
Stappenplan voor mestvergisting voor agrarische ondernemers

Gerelateerde artikelen