Het voorlopig ontwerp RES Twente 1.0 is een tussenproduct van alle betrokken partners op weg naar RES Twente 1.0. Hierin is op hoofdlijnen opgenomen hoe we willen zorgen dat we richting 2030 de juiste strategische koers kunnen varen om de helft van het huidig elektriciteitsverbruik op te wekken met duurzame energie en gebouwen aardgasvrij te verwarmen. In de RES-Twente concept 1.0 is veel aandacht voor duurzame warmte, vooral door vergisting. Met name dit deel is in overleg met stichting BEON opgesteld en ook voor de follow up is zij en haar deelnemers betrokken bij de doorontwikkeling van deze strategie.

 

Gemeentegrensoverschrijdende samenwerking warmteprojecten

We zien verschillende samenwerkingsverbanden tussen gemeenten die gemeentegrens-overschrijdend werken aan deze opgave. Voorbeelden van gemeentegrensoverschrijdende samenwerkingen zijn:

      • Zes gemeenten verkennen gezamenlijk onder welke voorwaarden de ontwikkeling van een regionaal warmtenet in Twente mogelijk en wenselijk is.
      • Het consortium van Twence, Cogas en Ennatuurlijk verkent de technische en economische haalbaarheid en de randvoorwaarden van een regionaal warmtenet.
      • Om het potentieel voor biogas/groengas te benutten, werken zeven gemeenten samen met Stichting BEON, Twence en Cogas.
      • Om een regionaal warmtenet mogelijk te maken en de productie biogas/groengas te koppelen aan de kringlooplandbouw zoekt de RES Twente afstemming met andere RES-regio’s, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en het stedennetwerk G40 en P10- gemeenten. Ook zoekt de RES Twente afstemming tussen de processen om de RES-opgave en de TVW te realiseren.

Duurzame opgewekte energie Twence

Vanaf 2021 nemen de gemeenten Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Tubbergen en Wierden duurzame opgewekte energie af van Twence. Daarbij is afgesproken dat Twence de helft van het aardgasverbruik duurzaam in de toekomst op gaat wekken via groengas. Samen willen ze de productie van opgewekte duurzame energie in de Twentse regio aanjagen.

Warmte maximaal benutten

Twente wil zich ontwikkelen tot een warmteregio door het grote aanbod aan warmte maximaal te benutten. Daarvoor worden de mogelijkheden verkend van een regionaal warmtenet dat de productie van biogas/groen gas bevordert. Hier wordt ook het ruimtelijke beleid op afgestemd. Om dit te realiseren zijn binnen de Regionale Structuur Warmte (RSW) de volgende aandachtspunten van belang:

      • Vanuit de wisselwerking tussen de TVW’s met de RSW maximaal inzetten op besparing van de warmtevraag en vervolgens het maximaal benutten van warmtebronnen om onnodige elektrificatie te voorkomen. Er wordt een integrale afweging gemaakt van de totale duurzame warmtesysteemefficiëntie.
      • Verkenning om een regionaal warmtenet te realiseren om de beschikbare (rest)warmtebronnen te benutten:
        • Uitspraak over het verdeelvraagstuk vanuit maatschappelijke kostenefficiëntie als belangrijkste criterium.
        • Invulling regierol van gemeenten in het ontwikkeltraject.
        • Duidelijkheid over de partijen die de regionale warmte-infrastructuur mogen en willen ontwikkelen, rekening houdend met toekomstige regelgeving onder andere rond aanbesteding en marktordening.
        • Duidelijkheid over technische en economische haalbaarheid en ruimtelijke inpasbaarheid van een regionaal warmtenet.
      • Belangrijke afwegingen voor de inzet van biogas/groengas:
        • Organiseren van een toereikende SDE++ voor de combinatie van hubs van kleinschalige boerderijvergisters met centrale opwaarderingsinstallaties via hubs voor groen gas (huidige
        • SDE++ is uitsluitend toereikend voor middelgrote tot grote boerderijvergisters met groen gasproductie)
        • Verbinding leggen met de kringloop landbouw door verduurzaming van de landbouw handen en voeten te geven en stikstof en fosfaat te beprijzen (en niet alleen voor boeren die stoppen)
        • Er moet een rendabele businesscase ontstaan voor verduurzaming van de landbouw, netbeheerders en leveranciers van biogas/groengas.
        • Ruimtelijk beleid van gemeente moet faciliterend zijn t.o.v. kleinschalige en middelgrote boerderijvergisters en de bijbehorende distributie.
        • Faciliteren van opwaarderingsinstallaties om biogas naar groengas op te werken (in clusters van meerdere boerderijvergisters) en het vervolgens in te voeden op het bestaande aardgasnet (welke mogelijk uit te breiden is met onbenutte of nieuwe leidingen)
        • Afstemmen hoe en waar we duurzaam gas willen inzetten. Voor welke woningtypen /gebieden etc. Deze afstemming moet op systeemniveau plaatsvinden. Daarbij wordt de lijn gevolgd, duurzaam gas vooral daar in te zetten waar geen andere bron beschikbaar is. Duurzaam gas is bij uitstek geschikt voor HT-toepassingen en te schaars om als laagwaardige warmte te gebruiken.
        • Onderzoeken hoe biogas/groengas te bufferen en de afzetcapaciteit op het aardgasnet.
        • Vormen van een coalitie met de Noordoost Twentse gemeenten, Twenterand, Hof van Twente en ander gemeenten die interesse hebben om hierbij aan te sluiten, Cogas en Twence.

Zie ook: