Nee, middels vergisting stimuleer je dat er op een verstandige manier wordt omgegaan met mest en emissies van ammoniak en methaan worden verminderd. Verreweg het grootste deel van de mestproductie in Nederland is rundveemest. Hier ligt dan ook de grootste potentie voor vergisting. Op dit moment wordt nog maar zo’n 5% van alle mest in Oost-Nederland vergist. Mestvergisting is niet om alles bij het oude te houden. Het kan juist gebruikt te worden om ook met minder vee een rendabele landbouwsector te behouden. Ook na transitie van de landbouw, zal er nog genoeg mest zijn om groengas te produceren. In het verleden was mestvergisting vooral voor mestoverschot bedoeld, maar nu groeit het inzicht dat vergisting goed is voor alle mest en zo bijdraagt aan meer circulaire landbouw.
Intensieve veehouderij en vergisting hebben niet per se iets met elkaar te maken, ook een biologische boer kan een vergistingsinstallatie op zijn erf plaatsen.
Een vergister met mineralenverwerking kan wel bijdragen aan het oplossen van een regionaal mestoverschot. Dit kan daarom als stimulering worden gezien voor de intensieve veehouderij. Echter, is de intensieve veehouderij in Nederland inmiddels gebonden aan haar maximum omvang door een stelsel van dierrechten en stikstofregels. Een groei van de intensieve veehouderij is daarom uitgesloten. Verwacht wordt dat de op gang gezette gebiedsgerichte stikstofaanpak ervoor zal zorgen dat de milieu-impact van de veehouderij sterk wordt verminderd.