Woningcorporaties gaan een deel van de vaste kosten voor warmtelevering betalen. Op die manier betalen huurders van wie de woning op een warmtenet wordt aangesloten niet meer dan dat zij nu betalen voor aardgas. Dat hebben vijf grote warmtebedrijven en de branchekoepel Aedes afgesproken in een nieuw akkoord, zo melden zij deze woensdag.

De grootste vijf warmtebedrijven in Nederland: Ennatuurlijk, Eneco, Vattenfall, Stadsverwarming Purmerend (SVP) en HVC Groep presenteren deze woensdag samen met Aedes het zogeheten Startmotor-akkoord. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt tussen corporaties, warmtebedrijven en gemeenten om de aanleg van warmteprojecten te kunnen uitvoeren. Onderdeel daarvan zijn de kosten van het aardgasvrij maken van sociale huurwoningen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er in 2022 plannen liggen om 100.000 corporatiewoningen gasvrij te maken.

Startmotor-akkoord woningcorporaties en warmtebedrijven
Bijlage van het Startmotor-akkoord

55.000 huizen

Directeur energietransitie bij Eneco Ron Wit vertelt dat dit Startmotor-akkoord een duidelijke basis biedt voor woningcorporaties om grote delen van hun vastgoed snel op een warmtenet aan te sluiten. Volgens Wit kunnen met dit akkoord én de huidige subsidie die het rijk beschikbaar heeft gesteld 55.000 bestaande woningen aardgasvrij worden gemaakt, waarmee een begin wordt gemaakt om alle huizen en kantoren in Nederland van het aardgas te halen.

Het opmerkelijkste aan de afspraken die zijn gemaakt, is dat woningcorporaties een deel van de vaste kosten voor warmtelevering gaan betalen. Het gaat om de eenmalige aansluitkosten op het warmtenet en de kosten voor de aanschaf en het onderhoud van de afleverset (dat is vergelijkbaar met de cv-ketel bij warmtelevering). Op dit moment betaalt een warmteklant alle vaste lasten, naast een bedrag per maand voor het verbruik.
Ook biedt het akkoord een model dat partijen kunnen gebruiken om van iedere businesscase voor een nieuw warmteproject de kosten, baten en het rendement inzichtelijk te maken. Nu zijn die gegevens vaak alleen bij het warmtebedrijf bekend. Dit model is gemaakt door TNO en gevalideerd door de overheid. Gemeenten kunnen er gebruik van maken via het Expertise Centrum Warmte.

Gelijke rekening

“We willen dat de warmterekening voor huurders niet hoger uitkomt dan de aardgasrekening, waarbij een verbruiker variabele lasten en vastrecht betaalt. De aardgasrekening van de huurder is daarom uitgangspunt en omdat aardgas nog altijd goedkoper is dan elke vorm van duurzame warmte, gaan woningcorporaties een deel van de vaste lasten betalen, zodat de energierekening voor de huurder niet stijgt. Woningcorporaties kunnen deze lasten terugkrijgen via subsidies die de overheid beschikbaar stelt”, zegt Wit.

De maximale vaste warmtelasten die warmtebedrijven mogen doorrekenen aan hun klanten bedragen in 2020 €621,99 per jaar. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) stelt deze maximale tarieven ieder jaar vast; maar veel warmtebedrijven vragen in 2020 lagere tarieven. Het idee van het Startmotor-akkoord is dat de woningcorporatie en huurder de vaste lasten delen. Iedere corporatie zal met het betreffende warmtebedrijf afspraken moeten maken over de precieze verdeling. Voor een gevoel van verhoudingen staat in het akkoord een rekenvoorbeeld gepubliceerd. Van het maximum van €621,99 neemt in dit voorbeeld de woningcorporatie €372,10 per jaar voor zijn rekening en de huurder €249,89. De huurder betaalt daarnaast alle variabele kosten voor het eigen verbruik.

Nieuw en oud

Het akkoord geldt alleen voor nieuwe warmte-aangeslotenen en niet voor al bestaande projecten. Dat brengt met zich mee dat sociale huurders die op dit moment al aangesloten zijn op het warmtenet nog wel de volledige vaste lasten betalen. Bastiaan van Perlo, beleidsmedewerker bij belangenvereniging voor huurders de Woonbond, zegt dat er wel is onderhandeld om bestaande warmteklanten ook dit voordeel te geven, maar dat het in dit stadium niet is gelukt. “Wij hopen dat dit akkoord een breekijzer kan zijn om de vaste kosten die huurders voor warmtelevering betalen te laten dalen. Woningcorporaties betalen voor het onderhoud van de cv-ketel dus zouden ze ook kunnen betalen voor de afleverset.” De Woonbond ondersteunt het nu gesloten Startmotor-akkoord overigens wel.

Eline Penders, belangenbehartiger Woningmarkt bij Aedes zegt dat er verschillen op kunnen treden in wat huurders betalen aan vaste lasten voor hun warmterekening, maar dat die verschillen ook nu al bestaan, bijvoorbeeld omdat de Warmtewet is veranderd in de loop der jaren. “Woningcorporaties die al huizen hebben aangesloten op een warmtenet, hebben in het verleden al over de kosten onderhandeld. Dat valt ook terug te zien in de prijs die deze huurders betalen. We hebben nu heel nadrukkelijk gekozen voor een uitlegbare en overal toepasbare rekenmethode voor de verdeling van de posten binnen het vastrecht, maar per onderhandeling kan ook dat nog steeds tot andere lokale uitkomsten leiden. Als er in de toekomst veel vragen over verschillende tarieven binnenkomen van huurders die eerder al zijn aangesloten, dan nemen we die mee in de evaluatie.”

Overleg

Volgens Wit kan er niet gesproken worden van een modelcontract, omdat iedere woningcorporatie in overleg moet met een warmtebedrijf, de gemeente en bovendien de huurders om te komen tot individuele afspraken. “Wel is het zo dat met dit akkoord de kosten voor het aansluiten van een woning op het warmtenet transparanter worden, wat het draagvlak voor warmtenetten vergroot.” De prijzen die worden gerekend zijn niet hoger dan wat de ACM ieder jaar vaststelt als maximum. “Het is aan het betreffende warmtebedrijf of ze op projectniveau een korting willen geven bovenop deze afspraak”, zegt Wit.

Door de vaste kosten op deze manier te verdelen tussen huurder en woningcorporatie, wordt het via de eenmalige aansluitbijdrage snel inzichtelijk of een warmteproject rendabel te maken is, zo valt te lezen in het Startmotor-akkoord. Er wordt per project uitgegaan van het dekken van de kostprijs plus een redelijk rendement voor het warmtebedrijf. Als de eenmalige aansluitbijdrage dan erg hoog uitvalt om nog een goede businesscase te halen, is het project misschien niet haalbaar of moeten partijen op zoek naar meer huizen om aan te sluiten.

Tonny van de Ven, waarnemend voorzitter van Aedes: “Investeringen in een warmteproject rekenen we door met een transparant rekenmodel, waardoor onze leden en huurders er op kunnen vertrouwen dat ze een eerlijke prijs betalen voor de geleverde warmte.”

Koopwoningen

Door de gemaakte afspraken hopen de partijen dat het eenvoudiger wordt om sociale huurwoningen van het aardgas te krijgen en aan te sluiten op een warmtenet. Gemeenten zijn door de overheid aangewezen om hierin de kar te trekken door per wijk te bekijken hoe huizen en kantoren gasvrij kunnen worden. Wit: “Warmtebedrijven willen graag dat particuliere woningeigenaren eenzelfde aanbod kunnen krijgen op het moment dat een woningcorporatie sociale huurwoningen in een wijk van het aardgas afhaalt. Daarvoor is het wenselijk dat de overheid een soortgelijke subsidie beschikbaar stelt aan particuliere woningeigenaren voor het aansluiten van hun huis op een warmtenet.”
Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) noemt in een schriftelijke reactie het Startmotor-akkoord “heel goed nieuws voor de energietransitie van de bestaande bouw”.                                                                                 Bron: Energeia