Energie-Nederland reageert vooral verbaasd op het besluit van de Milieuorganisaties om uit het Convenant Duurzame Biomassa te stappen.

Voor de gesubsidieerde biomassa die de Nederlandse energiebedrijven in hun elektriciteitscentrales gebruiken gelden de strengste duurzaamheidseisen ter wereld. Deze duurzaamheidseisen zijn in 2015 in overleg met de milieuorganisaties en de Nederlandse overheid vastgesteld en voor het grootste deel ook in de subsidieregeling verankerd. Ook zijn daarbij afspraken gemaakt over de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de gebruikte biomassa ook daadwerkelijk aan die strenge duurzaamheidseisen voldoet. Die waarborging vindt plaats door middel van door de overheid goedgekeurde certificaten en door verificatie door geaccrediteerde onafhankelijke deskundigen.

In een onderzoeksrapport dat in opdracht van de milieuorganisaties is opgesteld, wordt melding gemaakt van misstanden in het bosbeheer in Estland. Deze misstanden zijn niet te verenigen met de duurzaamheidseisen die in Nederland zijn overeengekomen. De energiebedrijven gaan er daarom vanuit dat de biomassa niet door hen is gebruikt.

Hout uit wetlands zoals die in Estland voorkomen, is niet toegestaan, zelfs niet met FSC-certificaat, zo staat op de RVO-website. Wat dat betreft is de inzet voor energie zelfs strenger dan voor gebruik in de waterbouw. Als biomassa die niet voldoet aan de duurzaamheidscriteria, toch wordt toegepast, dan vervalt het recht op subsidie (red).

De duurzaamheid van biomassa in kolencentrales is goedgekeurd door RVO en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het rapport over de inzet van houtpellets in 2020 verschijnt binnenkort. De energiesector betreurt dat de milieuorganisaties uit het biomassa convenant stappen. Wat Energie-Nederland betreft, blijft ze in gesprek over de Nederlandse biomassacriteria.