Met de opening van een nieuwe biomassacentrale, donderdagochtend, is weer een belangrijke bouwsteen gerealiseerd voor een warmtenet in de Koekoekspolder, tussen IJsselmuiden en Zwolle. Samen met geothermie bronnen en mogelijk later ook zonne-energie moet dit netwerk er rond 2030 voor zorgen dat zowel de kassen in het tuinbouwgebied als de huizen in wijken van omliggende woonkernen kunnen worden verwarmd.

Het op deze manier aan elkaar koppelen van energiebronnen is uniek in Nederland. Er wordt dan ook vanuit alle windrichtingen belangstellend meegekeken over de schouders van de initiatiefnemers, weet voorzitter René Venendaal van de Stichting Koekoekspolder Energie- en CO2-neutraal 2030. „Iedereen kijkt de kat uit de boom.”

Kritiek

De opening door gedeputeerde Tijs de Bree komt op een moment dat biomassacentrales blootstaan aan grote kritiek omdat ze zouden draaien op bossen die elders moeten worden gekapt. Hoezo duurzaam? Voor de centrale in De Koekoek gaat dat volgens Venendaal niet op. „De kritiek gaat over grootschalig bijstoken in kolencentrales. Ons soort kleine concepten benut regionale biomassa”, bezweert hij.

Eigenaar René Venendaal bevestigt dat. „Wij gebruiken snoei- en afvalhout dat nergens anders voor te gebruiken is. Voorheen werd dat gecomposteerd, maar dat levert uitstoot op en vernietigt de energie die in het hout zit”, zegt hij. Op termijn kan volgens hem mogelijk de as die overblijft na het verstoken van de biomassa worden gebruikt voor bodembemesting, zoals dat nu al in Oostenrijk en Zweden gebeurt.

37 hectare

Vorig jaar november werd de eerste paal geslagen voor de biomassacentrale aan de Verkavelingsweg in De Koekoek. Tegelijk met de oprichting van de stichting, die een groot deel van de tuinders in het gebied verenigt. Deze zomer is de centrale in bedrijf genomen en sindsdien is al 37 hectare aan kassen aangesloten.

Aardwarmte

Als sinds 2012 worden in De Koekoek ook kassen verwarmd met aardwarmte. Er is nu een studie gestart om de installaties voor geothermie en die voor biomassa met een soort ringleiding aan elkaar te koppelen. Een revolutionair idee, wat volgens Venendaal goede kansen biedt voor een efficiënte en kostenbesparende manier om verschillende warmtebronnen te benutten.

„De vraag waar we nu voor staan is: leg je eerst de bronnen aan en dan het netwerk, of andersom. En hoe groot moet het worden. Dat is vooral een economisch vraagstuk. Juist op dat vlak gaat het vaak fout. Dus zijn we nu scenario’s aan het doorrekenen om de optimale schaalgrootte te bepalen voor nu, met groeimogelijkheden tot over 20 jaar.”

Energieneutraal

Binnen een jaar of twee moet het plaatje duidelijk zijn, verwacht Venendaal. Daarna kan met de aanleg van het netwerk worden begonnen. Bij elkaar zal er in 2030 zo’n 50 megaWatt aan vermogen kunnen worden opgewekt, waarmee het tuinbouwgebied Koekoekspolder volledig energieneutraal zou zijn. Er wordt dan 50 miljoen kubieke meter aardgas bespaard.

Verdere groei is mogelijk door nieuwe geothermiebronnen aan het netwerk te koppelen. Daarmee ontstaat ook ruimte om delen van Zwolle en IJsselmuiden van aardwarmte te voorzien. Een welkom alternatief, verwacht Venendaal, nu ook gemeentebesturen worstelen met de energietransitie. „Het uitkoppelen is relatief eenvoudig”, zegt hij. „Steden denken zelf ook na over warmtenetten. Het is handig dat er al veel broncapaciteit in de Koekoekspolder aanwezig is. We kunnen op termijn heel kosteneffectief warmte leveren aan de inwoners van IJsselmuiden en Zwolle.”

Bericht Stentor: Henry van der Wal