Op donderdag 23 juni is met een kick-off meeting in De Lutte het project Bio-energy to Overijssel (BE2O) van start gaan. Dit project is een samenwerking tussen de universiteiten van Twente (UT) en Wageningen (WUR). Het Bio-energiecluster Oost-Nederland is betrokken geweest bij het formuleren van dit project en was ook goed vertegenwoordigd bij de kick-off meeting.

De TC Tubantia heeft op 23 juni een artikel gepubliseerd over dit onderwerp.

 Universiteiten Twente en Wageningen presenteren samenwerking met nieuwe projecten
Boerderij zorgt voor eigen stroom

Een boerderij die zichzelf van voldoende elektriciteit en warmte kan voorzien door de vergisting en verbranding van eigen biomassa. Dat is een van de projecten waaraan wetenschappers van de universiteiten van Twente (UT) en Wageningen (WUR) samen met enkele hightechbedrijven uit de regio Twente werken.

ENSCHEDE – De beide universiteiten hebben, samen met andere onderwijs- en onderzoeksinstellingen en de provincie Overijssel de krachten gebundeld in BE2.O (BioEnergy to Overijssel), waarvoor vandaag het officiële startsein wordt gegeven.
Het doel is nieuwe vormen van bio-energie in hoog tempo en op grote schaal gebruiksklaar te maken. Met een eerste provinciale subsidie van 2,5 miljoen euro is er meer en nieuw onderzoek en onderwijs mogelijk.

Behalve aan het ontwerp van een modelboerderij die voor zichzelf elektriciteit en warmte levert, werkt BE2.O onder meer aan een methode voor de grootschalige productie van een nieuwe generatie groene olie.

Deze brandstof, gewonnen uit landbouw- en bosafval en uit algen, concurreert niet met de voedselketen zoals ander biobrandstoffen. De klimaatneutrale olie zal naar verwachting geschikt zijn voor raffinage tot transportbrandstof, voor het opwekken van elektriciteit en voor verwarming.
Ook komt er een nieuw kenniscentrum om de inzet van deze doorbraaktechnologie van de Universiteit Twente door onderzoekers en bedrijven waar ook ter wereld te stimuleren.

Bij de start van BE2.O worden vandaag diverse projecten gepresenteerd. Zoals een nieuwe generatie gasturbines die op groene (pyrolyse-)olie kunnen draaien. Daarbij werkt de Universiteit Twente samen met de bedrijven OPRA in Hengelo en BTG in Enschede. Deze turbines hebben een breed toepassingsgebied. Ze zullen decentraal warmte en elektriciteit gaan leveren aan woonwijken en grote kantoorgebouwen.
Met energie- en afvalverwekingsbedrijf Twence en Landschap Overijssel ontwikkelt de Universiteit Twente een mobiel apparaat dat, naar keuze, in het bos of op een boerderij bioafval omzet in een soort ‘groene steenkolen’ met een hoge energetische waarde. Dat is van belang voor de industriële verwerking tot bio-energie en biobrandstoffen die nu al plaatsvindt bij Twence in Hengelo en bij BTG in Enschede.

Verder werken de Universiteit van Wageningen en de Universiteit Twente aan de ontwikkeling van rendabele olie uit algen. De WUR zoekt naar de optimale algensoort en de voorwaarden voor de groei daarvan. De Universiteit Twente richt zich ondertussen op een methode om de ‘algendiesel’ op grote schaal te produceren.

De Universiteit Twente kwam vorig jaar wereldwijd in het nieuws omdat zij voor het eerst bruikbare olie uit landbouw- en bosafval wist te produceren. De Twentse wetenschappers werken nu aan een verdere verbetering van deze pyrolyse-olie en aan innovaties zodat apparaten er goed op kunnen werken.
Op termijn zal naar verwachting tot 20 procent van het totale transport en vervoer klimaatneutraal van brandstof kunnen worden voorzien.

Een essentieel voordeel bij deze ontwikkeling is dat de nieuwe brandstof, in tegenstelling tot bijvoorbeeld palmolie en suikerrietolie, niet ten koste gaat van de wereldvoedselproductie.
Source: TC Tubantia 23 June 2011